Van schuur naar woonschuur

Feest!

Wat is het geven van een feest toch leuk! Zeker als alles meezit. Het weer (op het nippertje), een ijzersterk team, wat bijna onzichtbaar zorgde dat het niemand aan iets ontbrak en alle gasten die er zin in hadden. Voor ons duurde het feest wel een week. Donderdag kwamen de eerste logees en de laatsten vertrokken pas dinsdag. Daarna eindeloos veel leuke telefoontjes en mails en sms-sen met stapels foto’s.
Een van die mails vertelde het hele verhaal, Rutger Prinsen schreef het blog dit keer:

‘Zondagnacht hebben wij gevieren op de ‘Voortvarend’ met behulp van een fles prik nog na-gefeest. We konden niet zomaar de kooien induiken.
Zelden hebben wij zo’n ontspannen en prachtig feest meegemaakt.

Al bij het naderen van Rien vanuit Sneek zie je van verre de ‘stal’ omzoomd door witte vlekken in een warm augustus zonnetje.
De nieuwsgierigheid neemt zienderogen toe en eenmaal gearriveerd ontvouwt zich een palet van een diepgroen laken, witte tent, talloze witte tafels en een bontgekleurde keet. Alles ogenschijnlijk achteloos verspreid.
Overal in de tuin, zeg maar park, duiken zitjes op: bontgekleurde kussens, banken van hout en van steen.
Net op tijd is de nieuwe steiger klaar met een kano aan een landvastje, alleen voor waaghalzen.

Alweer vele seizoenen terug waren enkelen onder ons getuigen hoe de vers gegraven sloot door Jan werd gedoopt, of eigenlijk hoe de sloot Jan heeft gedoopt (zie foto’s).

Tussen 15.00 en 16.00 uur worden de gasten hartelijk begroet door Marise en Jan, dorpsgenoten en vrienden, velen van verre.
Zwart geklede jonge meiden en een jonge man draven rond met glazen en flessen. Hier in Rien zal het niemand aan iets ontbreken. Enkele gasten met een scherpe neus volgen de geur van vis en ontdekken de visser temidden van dozen vol n.b. paling!? Kersvers gerookt en van ongekende afmetingen. Ze waren toch uitgestorven? Hoe kan dat? In Rien? De visser blijft het antwoord schuldig. Rien heeft zo zijn geheimen.
De gasten verspreiden zich in groepjes, zittend, liggend of lopend; groeten bekenden en raken in gesprek met onbekenden. Het gaat als vanzelf, genietend van zon, wolken, luchten en het altijd boeiende Friese landschap.
De tijd valt weg.

Ineens klinkt een stem van onder het dak van de stal: een oproep voor een groepsfoto. Alle gasten verzamelen zich losjes voor de stal, maar op verzoek staan we spoedig lijf aan lijf, het gezicht omhoog geheven als in aanbidding voor de Zonnegod. Dit wordt een beeld voor de eeuwigheid.
Nauwelijks bekomen van het intense contact springt een man op tafel met de woorden ‘ik ben de kok’.
Hij kondigt de avondmaaltijd aan: drie gangen, koud/warm/koud. De gasten worden uitgenodigd aan de tafels plaats te nemen. Hij is dezelfde man die de hele middag vanuit de keet ons heeft voorzien van drankjes en heerlijke hapjes.
Maar een driegangen maaltijd? Uit dat piepkleine keetje? Voor honderd+ mensen? Ondenkbaar!

We zullen zien en nemen plaats aan een leeg tafeltje en maken ons op voor een hele lange avond.
Intussen worden wij benaderd door een man en een vrouw met de vraag of zij aan mogen schuiven. Wij hebben elkaar niet eerder ontmoet.
De wederzijdse introductie is simpel: waarvan ken je Jan en Marise? Het wordt een avond vol wetenswaardigheden, verhalen en genieten van elkaars gezelschap. Dankzij Jan en Marise is toeval geen toeval.

En de kok? Hij is een tovenaar, vergelijkbaar met Jezus die van één vis honderd+ driegangen maaltijden kan maken.
De avond verglijdt. Het wordt donker en fris. Tijd voor een trui.
Drie jonge mensen nemen plaats onder het piepkleine afdakje voor de keet. Twee violen en een cello. Galante muziek. Zij spelen met hart en ziel tot de vingers bijna verkrampen van de kou.
Wij houden het nog lang vol en kruipen dicht tegen elkaar aan.

Lieve Marise en Jan, dank voor een onvergetelijke dag.
Barbara en Rutger

image3x201614aug_FEEST-RIEN_6752-wb

Save

Save

Save

Informatie

Dit bericht is geplaatst op augustus 20, 2016 door in Uncategorized.
%d bloggers liken dit: